General comment
Wapeningsstaal in verschillende productvormen, milieuprofiel berekend over de jaargemiddelde productie en herkomst.Representativeness:
Voor het kwantificeren van de verschillende inputstromen (materialen en energie) en outputĀstromen (emissies en afvalstromen) zijn praktijkgegevens verzameld van BCS voor de productielocaties in Hoogeveen en Veenoord. Transporten tussen de locaties vinden in kleine mate plaats, hiervoor is een aanname gedaan van 2% t.o.v. het verkochte totaalvolume.
Aan de grootste leveranciers van BCS is gevraagd om specifieke gegevens beschikbaar te stellen of zijn achtergrondgegevens (EPD's) verzameld. Hierbij is gekeken volgens welke productieroute het ingekochte halffabrikaat is geproduceerd (BOF- of EAF-route), welke herkomst het staal heeft (productieregio) en hoeveel schroot er is toegepast bij de productie.
De spreiding door gemiddelde samenstelling van verschillende varianten wapeningsstaal en productielocaties valt ruim binnen de toegestane spreidingsgrenzen als gedefinieerd in de NMD Bepalingsmethode (<20%).Calculation rules:
Deze LCA is uitgevoerd volgens de voorschriften van de EN15804+A2 en de NMD Bepalingsmethode. Binnen de systeemgrenzen en op basis van de geldende criteria zijn geen input- of outputstromen buiten beschouwing gelaten. 2023 is als referentiejaar gehanteerd voor de gegevensverzameling (jaartotalen). Deze analyse betreft een cradle-to-gate LCA, er is zodoende geen sprake van allocatie bij hergebruik, recycling en terugwinning. Wel is in de naamgeving van het milieuprofiel de hoeveelheid staalschroot als secundair materiaal opgegeven, waarmee in een cradle-to-grave LCA deze module op een juiste wijze berekend kan worden. Het wapeningsstaal wordt geproduceerd met 92,1% staalschroot (= secundair staal). Tijdens de productie van het halffabricaat komt echter ook weer staalschroot vrij (2,8%). De rekenhoeveelheid netto staalschroot (ook te hanteren voor module D) met dit profiel bedraagt 91,8%, wat in de naamgeving wordt aangehouden. Datakwaliteit van specifieke en generieke gegevens zijn als voldoende beoordeeld middels het datakwaliteitsbeoordelingssysteem uit het toetsingsprotocol van de NMD.Scenarios and additional technical information
Productie halfabricaten (A1)
Het staal voor de halffabricaten wordt voor een groot deel geproduceerd uit staalschroot, middels een Electric Arc Furnace (EAF). Een kleiner deel wordt geproduceerd via een Basic Oxygen Furnace (BOF), vanuit een groot deel primair ijzererts.
In het volgende stadium wordt het staal gewalst. Door de toeleveranciers van het walsdraad wordt bij de productie gebruik gemaakt van gemiddeld 92,1% staal geproduceerd uit schroot (secundair materiaal) en 7,9% staal geproduceerd uit primair gewonnen materiaal (na correctie voor vrijkomend staalschroot bij BCS (2,8%) bedraagt dit netto 91,8% secundair en 8,2% primair). Aansluitend aan de productie van het walsdraad wordt deze verwerkt in walserijen tot de verschillende halffabricaten:
- Coils
- Staven (Rebar)
- Matten (Netten)
- Supportliggers
- Geknipt en gebogen staal
- Prefab
Transport naar de productielocaties (A2)
Het halffabricaat is afkomstig van leveranciers gevestigd in Europa. Transport naar BCS vindt plaats middels binnenvaart, trein en vrachtwagen.
Productieprocessen BCS (A3)
Bij BCS worden de halffabricaten verder verwerkt tot wapeningsstaalproducten. Dit gebeurt met de processen lassen, knippen, buigen, profileren, trekken, en richten. Aan het einde van de productiefase is er sprake van een eindproduct dat klaar is voor installatie in een gebouw. In sommige gevallen wordt geleverd aan een andere wapeningsstaalverwerker die het product nog verder verwerkt tot het gereed is voor toepassing in een betonconstructie, bijvoorbeeld prefab wapeningsstaal.
Vrijkomend staalschroot
Bij de diverse stappen in het productieproces wordt staalschroot gegenereerd (knip-/snijafval), dit bedraagt 2,8% t.o.v. de totale output. Dit schroot wordt als gescheiden stroom afgevoerd naar een recycler. Overeenkomstig de criteria uit verordening (EU) Nr. 333/2011 is dit tevens het moment waarop het staalschroot de end-of-waste status bereikt.
Verpakking en biogeen koolstof
Er is een gemiddeld kleine hoeveelheid pallets als verpakkingsmateriaal meegenomen in de analyse, het product bevat geen biogeen materiaal. Overeenkomstig de Bepalingsmethode is de hoeveelheid biogene koolstof gecorrigeerd naar de hoeveelheid biogeen materiaal in de verpakking. Deze hoeveelheid koolstof komt weer vrij in module A5 (installatie) en moet bij een volledige LCA als zodanig worden gemodelleerd.Declaration of SVHC:
Dit product bevat geen substanties die voorkomen op de SVHC-kandidatenlijst.More information:
https://www.bcssteel.eu/ |